Klik hier om te printen

 

Voor tweedehands boeken Ook met citaten
Raban Internet Antiquariaat Klik hier !

 

A - Citaten - A

 

Aalscholvers

Aalscholvers braken door de wolken heen.
En vliegend vormden zij een sterrenbeeld.
Cassiopeia. Het bleef onverdeeld
tesamen, tot het boven Dordt verdween.
(Ida Gerhardt, Moerdijk, in: Kees Fens, Doorluchtig glas, blz. 68)


Aanraking

Multatuli maakte het gevleugelde woord van ene heer Van Eybergen Santhagens tot het zijne:
'Met Busken Huet wens ik geen andere aanraking te hebben
dan door middel van de punt van mijn laars.'
(Willem Frederik Hermans, De raadselachtige Multatuli, blz. 138, brief aan Vosmaer, 4 april 1886)

Aanstoot

Aanstootnemend is ook zoiets.
(VN, Terzijde, 1-3-97)

 

Aardbeien

Wanneer de wilde aardbeien rijp zijn
in het dichte bos achter het huis
waar 's nachts de uilen patrouilleren,
verzamel ik al mijn moed bijeen
om het donker bospad op te gaan,
maar nooit zal ik de aardbeien plukken
onder de boom waaraan mijn vader zich verhing.
(Theo van Baaren, De leegte tussen twee lampen, bl. 27)

 

Aarde

'Fi donc,' prevelde hij, 'de aarde wordt steeds platter.
Een schijf, bewoond door rapalje en botteriken.
Het is affreus.'
(Marten Toonder, Tom Poes en de grootdoener,
in "Als u begrijpt wat ik bedoel", de taal van Marten Toonder, blz. 71)

 

Voor mijn gevoel is de aarde plat
en elke ster gewoon een gat
in 't blauw gewelf.
Ze zeggen dat de aarde draait,
Ja... misschien als het heel hard waait,
maar niet vanzelf!
(Willem Wilmink, Mijn wetenschap, in: Ernstig genoeg, blz. 7)

 

Ik heb de aarde van niemand geleend, ik ben er ook maar op geschopt,
door mijn vader en moeder,
en al had ik haar geleend, dan nog was ik niet van plan haar terug te geven,
en zeker niet aan een stel kinderen:
die ruimen hun kamer niet eens op, laat staan mijn aarde.
(Midas Dekkers, De koe en de kanarie, blz. 58, De baarmoeder)

 

Wij denken te leven op aarde,
Doch vaak is het zand of laagveen;
Zo blijkt de volledige waarheid
Nog ernstiger dan zij al scheen.

(Simon Knepper, Aarde, Heer, bewaar de kattemepper, blz. 63)

Aarzelen

Aarzelen is een vorm van verlegenheid tegenover je zelf.
(Kees Fens, voorwoord 'Dichters die nog maar namen lijken', blz. 12)


ABN

Het ABN is de N kwijt
sinds het plaatsmaakte voor een Hollands dialect waarin de uitgangsenne worde weggelate,
ook in plaatsname als Leide, Asse, Breme en Muunsje.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 30)


Accepteren

Alleen al het feit dat iemand hardop zegt iets 'te accepteren' wijst op het tegendeel.
Zo zegt mijn moeder altijd dat ze mij volledig 'tolereert',
ook bijvoorbeeld het feit dat ik een vriendin heb.
Nou, dan weet je wel hoe laat het is.
(Nicolien Mizee, De porseleinkast, blz. 101)

Adel

Arbeid adelt, maar adel arbeidt niet.
(W.A.C. Whitlau en H. van Praag, Het argument van Solimon, blz. 34)

Advies

Neem één raad aan. Deze: dat ge geen raad aanneemt.
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 59, blz. 20)

 

Van al dat geld word ik een beetje misselijk en ik moet denken aan Henry Kissinger.
Hij gaf ooit adviezen aan het internationale bedrijfsleven
en het gerucht ging dat hij tienduizend dollar per vraag kreeg.
Een journalist vroeg hem of dat waar was, waarop Kissinger zei:
'Yes, that's true. Next question please!'
(Youp van 't Hek, Fax, blz. 40, Fax aan de voetbalbobo's)

 

De enkele keer dat ik in mijn leven het advies van iemand heb gevolgd,
heb ik er achteraf altijd spijt van gekregen.
Had ik het maar niet gedaan, denk ik dan, had ik maar mijn eigen intuïtie gevolgd.
(Alsof het niet dezelfde intuïtie was die me de vreemde adviezen liet volgen).
(Renate Rubinstein, Nee heb je (budget-boek), blz. 43)

 

Simon kon iets dat ik alleen van psychoanalytici ken:
hij vroeg zich bij zijn adviezen niet af 'wat zou ik doen?'
maar 'wat ligt in haar aard?'
Iemans die hij liefhad, op die had hij niet tevens ook kritiek, zoals de gewoonte is.
(Renate Rubinstein, Mijn beter ik, blz. 142/143)

Afgunst

Afgunst: stampvoeten omdat de zon niet schijnt
(Theo Kars, Aantekeningen, Maatstaf, Febr./maart 1974, blz. 28)

 

Tegen jaloezie is geen kruid gewassen.
Afgunst is de Geheime Motor
waarop bijna alle Kwaad draait.
(Hans Dorrestijn, Finale kwijting, blz. 106)

 

Afgunst is een vrij betrouwbare graadmeter voor ambitie
(Koos van Zomeren, Rondom Staal, blz. 112/113)


Aforismen

De rijkdom van een aforisme ligt juist daarin, dat het verder uitrimpelt, dat het echo's wekt.
(Raymond Herreman,, Boekuil, Vooruit, 22-12-1960,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz. 35)

 

Aforismen: puntige defenities met een pit van waarheid en een bolster van onzin.
(Dries Janssen, Het belang van Limburg, 23-1-1974,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz. 35)

 

Aforisme: kortste bewering die aan het langste eind wil trekken.
(Karel Jonckheere, Filter uw dag, blz. 88)

 

Ik hou niet van aforismen.
Het zijn krenten zonder brood.
Help! Dat was er een.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 49)

 

Wat ik in aforismen hoogstel is dat ze vijf in plaats van tien woorden gebruiken.
Dat is altijd een princiep van me geweest. Geen nutteloze woorden.
(Richard Minne in: H.U. Jesserun d'Oliveira, Scheppen riep hij gaat van Au!, blz. 97)

 

Niet romans of gedichten, maar aforismen leveren de lafste lezers op:
zij die menen dat elke uitspraak over anderen gaat:
de auteur heeft hun buren en kennissen door (vrienden hebben zij niet).
Ze lezen met leedvermaak en sluiten tevreden met zichzelf het boek.
(Kees Fens, Volkskrant, 03-07-1987)

 

Het aforisme is een opgeraapte wilde kastanje
die men lang in de zak gedragen heeft tot hij glimmend is geworden.
(J. Greshoff, 444 aforismen, blz. 93)

 

Zodra alles tegenzit
begin ik aforisme-achtige uitspraken te doen
die heel verstandig klinken maar nergens op slaan.
(Bob den Uyl, Sommigen niet, Een zachte fluittoon, blz. 104)

 

Ik ken twee soorten aforismen.
De beminnelijke zijn uitsluitend op scheurkalenders en bij ulevellen geschikt.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 29)

 

Aforismen,
zoals wijsneuzigheden op latere leeftijd gaan heten.
(Gerrit Komrij, Eendagsvliegen, blz. 5)

Afscheid

Zijn onvrede met het reclamewezen was zo hoog opgelopen
dat hij onmiddellijk na zijn verkiezing tot Kamerlid afscheid nam met de woorden:
Partir, c'est mourir un peu - en dat is precies wat ik u allen toewens.
(Koos van Zomeren, De hangende man, blz 24)

 

We'll meet again, don't know where, laat staan when.
(Youp van 't Hek, Fax, blz. 49, Fax aan de Lady Di)

 

Lang blijft zij aan het hek staan wuiven.
Dan voelt zij, hoe, met vochtse snoet,
de herder in haar rok komt schuiven.

Nadagen blinken in de ruit;
de wingerd aan den voormuur bloeit;
de witte tuinbank staat nog buiten
(Ed. Hoornik, Afscheid, Steenen, blz. 40)


Afspraken

In de Arabische wereld wordt een afspraak opgevat als een voornemen:
beide partijen bevestigen in een opwelling van wederzijdse genegenheid
dat zij op een tijdstip in de toekomst iets moois gaan doen,
maar ze beseffen tegelijkertijd de betrekkelijkheid van die overeenkomst.
(Marcel Kurpershoek, De laatste bedoeïnen)

 

Als men een afspraak maakt en die afspraak nakomt,
dan vind ik dat geen schande maar een deugd,
want ik ben iemand van een vroeg wijnjaar
die opgegroeid is in een betere maatschappij dan die van tegenwoordig.
Als ik bijvoorbeeld zeg zo en zo laat ben ik daar of daar,
dan ben ik op de afgesproken tijd present,
tenzij ik mij op overmacht kan beroepen.
(Gerard Reve, Het boek van violet en dood, blz. 56)

Afstand

Afstand scheidt enkel de lichamen, niet de geesten.
(Erasmus, Geciteerd door A. v.d. Glind, Erasmus, Europeaan, humanist, christen, blz. 11)

 

Het is mij altijd opgevallen dat afstanden eer door onze psychologische instelling
dan door het aantal kilometers bepaald worden.
(Bertus Aafjes, In de schone Helena, blz. 100, Dubo-dubon-dubonnet)

Afterparty

Er is maar één afterparty.
Dat is het hiernamaals.
En daar kom je met lege handen.
(Rudy Dek, Vrijdagmoorden, blz. 34)


Aftrekken

Die zonderlinge schele kamperende neef (of iets soortgelijks)
van de man (?) die op de brommer af en aan rijdt
en misschien de zoon is van de oude man bij wie hij woont,
staat zich geloof ik in de verte stiekem af te trekken,
al wiegend van de ene voet op de andere.
Als er maar Gods zegen op rust.
(Gerard Reve, Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 5 augustus 1977, blz. 108)


Agenda

De agenda is de kluis van de waarheid.
Wanneer al mijn bezittingen in as zouden opgaan,
zou ik eerder het verlies van mijn agenda's betreuren
dan het verlies van mijn fotoabums of de dagboeken uit mijn puberteit.
Foto's en dagboeken kunnen liegen, agenda's niet.
Daar staat het, dag voor dag, jaar voor jaar, waar je was,
met wie je die avond at, in welke stad, in welk restaurant,
de onontkoombare feiten.
(Connie Palmen, Geheel de uwe, blz. 25)

Airmiles

Spaart u airmiles? Nee, ik spaar geen airmiles.
Maar ik haal wel eens wat bij V&D of Shell of zo,
ik ben medeplichtig aan de airmiles van anderen.
Tenminste, zo zie ik dat als ze vragen of ik airmiles spaar.
(Koos van Zomeren, De bewoonde wereld, blz. 261, Een vorm van verwoesting)

Alcohol

Ook herinner ik mij niet wie ons, op het practicum dierensystematiek,
toen wij haaien in alcohol moesten conserveren,
het onsterfelijke biologenrijmpje leerde:
Hetgeen gij op uw dieren giet,
onthoudt dat ook uzelven niet.

(Maarten 't Hart, in: Ik herinner mij, blz. 6)

Er priemen keien in zijn rug. Hij moppert en rolt verder. Nu priemen er keien in zijn schouder.
Gisterenavond heeft hij geen keien gevoeld. Logisch.
Keien worden week in de wasem van alcohol. Een natuurwet.
Wie ze voelt opstijven, weet dat hij weer nuchter is.
(Hélène Nolthenius, Moord in Toscane, blz. 13)

 

Natuurlijk, ik drink meer dan goed voor mij is,
maar als de keuze gaat tussen alcohol of de psychiater,
geef mij dan maar een borrel.
(Kees Klok, DijkbewakingL Literair dagboek 1980-1983, 22-12-1980, blz. 38)


Alcoholisme

De alcoholist:
Soms denk ik weleens: alles overwegende,
ben ik tijdens mijn leven al een legende.
(Wim Meyles, Stof genoeg, blz. 91, ongerijmd)

 

Alcoholisme -
daar
helpt
ten slotte
zelfs
drank
niet meer
tegen
dichtte De Dikke Man.
'Ja. Tragisch,' zei hij zacht.
(Ischa Meijer, De Dikke Man voor altijd, blz. 54/55, Drinken)

Alfabet

De alfabetische rangschikking heeft iets wonderbaarlijks.
Onder de schijn van een volmaakte orde verbergt zij het minst samenhangende,
het meest chaotische.
(Belcampo, Al zijn fantasieën, blz. 422, De kogel)

Algemeenheden

men kan zulke dingen trouwens in het algemeen altijd beweren,
aangezien er voor algemeenheden geen bewijs gevorderd kan worden.
(Menno ter Braak, Ons volkskarakter, in Voor de bijl, blz. 55)

Als

Maar er bestaat geen als.
Ik bedoel - als Adam tegen Eva had gezegd: 'Nee, geen appel, liever een banaan,'
zat jij nu ook hele andere boeken te schrijven, geloof je niet?
(Simon Carmiggelt, in een brief aan Gerard Reve, in Met de neus in de boeken, blz. 65)

Alsof

Schrijvers, acteurs, entertainers, dansers, dichters en hoeren,
ze begeven zich allemaal op het immense podium waar de wet van het alsof regeert.
Ze doen dit omdat alleen het alsof hun de mogelijkheid biedt om de waarheid te zeggen.
Op het podium van de fictie is de onthulling van de waarheid niet bedreigend of teleurstellend,
want de fictie maakt de schrijver en de speler onaantastbaar,
juist omdat ze de pretentie van de waarheid hebben laten varen.
(Connie Palmen, I.M., blz. 30)

Amateurs

In Lime Light zegt iemand tegen Chaplin:
'Ik ben maar een amateur.'
Chaplin antwoordt:
'We are all amateurs, life is too short for us to be anything else.'
(Renate Rubinstein, Mijn beter ik, blz. 111)

Ambachten

De lust van het ambacht zit hem in het doen, niet in het produkt.
En dat bezig zijn maakt een nobele indruk op al wie het ziet of hoort
of (bij een boer die aan het gieren is) ruikt.
(Willem Wilmink, In de keuken van de muze, blz. 54/55)

Ambitie

'Je zult het moeten hebben van wat je bent, niet van wat je bereikt.'
(Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, blz 216, 21-08-1987)

 

Misschien heb je gelijk, dat ik te veel ambitie heb,
en alles absoluut volmaakt wil afleveren,
en dat ik te weinig opga in het werken zelf,
en de lol daarvan, en in het leven.
(Gerard Reve, Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 17 oktober 1977, blz. 114)

 

Hij had wel ambitie,
maar net niet genoeg hersens
en al helemaal geen doorzettingsvermogen.
Hij bleef in zijn plannen steken.
(Hans Dorrestijn,Finale kwijting, blz. 104)

Ambtenaren

De heer Dorknoper liet intussen de papieren in de gleuf glijden,
die naar de ambtelijke molen voerde.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 43)

 

'Wij ambtenaren zijn dikwijls zo kwetsbaar omdat het publiek afwijzend tegenover ons staat.'
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 43)

 

Ze regelden de belastingen, de gemeentezaken en allerlei dingen
die anders door ambtenaren en andere computers gedaan werden.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 44)

 

Op zijn kantoor in Rommeldam zat de ambtenaar eerste klasse
die middag beleefdheden uit een ambtelijk schrijven te verwijderen,
toen de burgemeester haastig binnenkwam.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten uit de verhalen van Marten Toonder, blz. 44)

 

'Dat kan,' gaf hij toe. 'Een dergelijke zaak is niet eenvoudig,
maar wanneer we de nodige formaliteiten in acht nemen, is het niet onmogelijk.
Kijk; u moet deze formulieren invullen in drievoud.
En na voldoening van de verschuldigde leges en zegelkosten kunnen we aan het werk gaan.
Wij, ambtenaren, zijn werkelijk de kwaadsten niet.
Met het een en ander zal een korte tijd gemoeid zijn.
een maandje of drie, schat ik.'
(Ambtenaar eerste klasse Dorknoper in De andere wereld van Marten Toonder, blz. 31, uit Ook dat nog, blz. 109)

 

'Zeg even,' zei tante Pollewop,
'achter loket 3 zit een ambtenaar die alleen maar moeilijkheden maakt.'
'Ja, en wat wou u dàn?' vroeg de hoogste ambtenaar verbaasd.
'Wel,' zei tante Pollewop, 'ik dacht dat hij er was om het de mensen gemakkelijker te maken.'
Tegen zóveel onwetendheid was de man niet bestand;
hij wierp zich achterover in zijn stoel, en barstte in een onhoudbare schaterlach uit.
(Godfried Bomans, Werken III, blz. 101, De avonturen van Pa Pinkelman)

 

Ambtenaren waren soms rare vogels, hield Wessel zich voor:
het was meestal machtsdrift zonder macht,
of lulpraat inplaats van verstand.
(Gerard Reve, Het hijgend hert, blz. 100)

 

Ambtenaar is ieder die denkbeelden door bezwaren vervangt.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 132)

 

Het was de angst van de ambtenaren voor het ongeordende,
voor alles wat zich niet in een van hun krampachtig geformuleerde voorschriften liet vangen.
(Tessa de Loo, Meander, blz. 236)

 

Als particulier stel je in de optiek van de doorsnee-ambtenaar niets voor.
Hoogstens ben je een geval, met een dossier en een nummer.
Dat je emoties hebt, angsten kent, dat je een verleden hebt,
ergens uit voortkomt - daar gaat ie aan voorbij.
Je bestaat alleen als je geregistreerd bent,
wanneer het de maatschappij schikt,
wanneer je in een kastje te plaatsen bent met een etiketje erop,
dan ben je manipuleerbaar.
(Yvonne Keuls, De arrogantie van de macht, blz. 23)

 

Een burger die denkt dat hij rechten heeft,
wordt door het contact met de ambtenarij
soms bruut wakker geschud uit zijn onnozelheid.
(J. Rentes de Carvalho, Tussenjaar, blz. 226)

Amehoela

Uitdrukking waarmee de oermens te kennen gaf ergens niet van gediend te zijn.
Am-me-hoel-a: aan-me-hol-ja.
In latere beschavingen vervangen door: je kunt m'n rug op.
(Willem Hietbrink / Ronald Lagendijk, Kwispelen met taal, blz. 48)

Amen

Hij sprak namelijk op een toon,
alsof achter elk woord een punt stond, of zelfs een lang rustteken,
en ik kan de ruimte tussen zijn woorden niet beter vergelijken dan bij de stilte die er volgt op een 'amen'
na een lang gebed in de kerk,
hetwelk zoals ieder weet,
een sein is dat men den tijd heeft tot verzitten, hoesten of neussnuiten.
(Multatuli, Max Havelaar, blz. 75)

Amerika

In mijn halfslaap begon ik vervolgens te werken aan een stuk over Amerika.
`Yes, we've got a lot of shit here.
But it's American shit, the best shit there is.'
(Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, 22 februari 1987, blz. 55)

 

Als de indianen een wat strenger immigratiebeleid hadden gevoerd,
was het nu niet zo'n puinhoop geweest in Amerika.
(Koot & Bie, Bescheurkalender)

Zoals je weet waren onder de eerste kolonisten enige Nederlanders
- ze stichtten New York wat dan ook nog altijd de grootste stad is van de U.S.A.-
en volgens mijn bescheiden mening stammen de Yankees af van twee Nederlandse stamvaders,
de een Jan geheten, de ander Kees.
(Bertus Aafjes, ik ga naar amerika, blz. 91)

 

De dreiging, die van de cultuur der Amerikanen uitgaat,
ligt vooral hierin,
dat zij alles weten van Homeruns en niets van Homerus.
(Eric van der Steen, Alfabêtises, blz. 5)

 

Nu moet u hierom niet zo erg lachen,
want bij ons bestaat óók het streven om alle vreemde woorden te schrijven zoals men die uitspreekt.
Het heeft me last bezorgd met de direktie van de krant,
want United States schreef ik zekere dag als 'je naait het steeds'.
(Louis Paul Boon, 16 van Louis Paul Boon, blz. 26, Suderans)

 

Het gebrekkig Nederlands, dat daar in omloop is
en dat met Engels wordt aangeduid, maakt me nerveus,
omdat de moedertaal toch zo veel eenvoudiger is
en ook stoort het me, dat onze mooie postzegels
met de beeltenis van onze geëerbiedigde vorstin daar blijkbaar omgeldig zijn,
terwijl ze uitstekend plakken. Kinderachtig, nietwaar?
(Godfried Bomans, Gedachten achter een bord spaghetti, blz. 14, Pokkenvrij de lucht in)

 

Wanneer de Europese beschaving werkelijk eens sterft,
dan is het aan de schurft welke Amerikanisme heet;
aan een wereldbeschouwing, uitsluitend gebouwd op de begrippen nut en winst.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 169)

Amsterdam

Laat Amsterdam je noit verlokken
Mijdt grote steden als de pokken
Ik weet de lichtstroom trekt ons aan
Ofschoon w'erin ten onder gaan
Hoevelen zijn niet door dat leven
Vernietigd, in het slijk gebleven
't Gevaar ligt oov'ral op de loer
Nee jongenlief, blijf jij maar boer
(Louis Davids, Brief van een landbouwer aan zijn zoon (ged.),
Jacques Klöters, Omdat ik zoveel van je hou, blz.
113/114)

De verplichting ongedwongen te zijn,
die zal ik aan Amsterdam in elk geval niet missen.
(Arthur Japin, Zoals dat gaat met wonderen, blz. 43)

Amuseren

Opgetekend uit de mond van Remco:
'Soms amuseer je jezelf zo goed, dat de anderen het niet meer doen.'
(C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985, blz. 270, 19-06-1978)

Analfabetisme

Soms geloof ik dat analfabeten prettiger leven dan geletterden.
(Albert Helman in: Ik herinner mij, blz. 74)

 

Secundaire analfabeten noemt Hans Magnus Enzensberger ze,
mensen die hebben leren lezen, maar het nooit meer doen.
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 116)

Andalusië


Snijdt een Noordafrikaan open en je komt een verdoolde Andalusiër tegen,
had een Tunesische vriend me ooit gezegd.
El-Andalûs, het Verloren Paradijs,
ligt stevig verankerd in het Noordafrikaanse collectieve bewustzijn,
steviger dan veel Noordafrikanen willen toegeven.
(Harm Botje, Het Duivelshuis, blz. 112)

Angst

De angst ruiste als een verliefdheid door zijn bloed.
(Tim Krabbé, De grot, blz. 5)

 

Men kan zijn angst niet ontlopen, daarom moet men haar trachten om te zetten in een drijfkracht.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 48)

 

Angst is een blijvende staat, die slechts zo nu en dan tot ons bewustzijn doordingt.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 48)

 

De angst ligt rondom je als een muur, het lukt niet eroverheen te kijken.
(P.F. Thomése, Schaduwkind, blz. 11)

 

Angst is een veel geconsulteerde raadgever.
(Hendrik Groen, Pogingen om iets van het leven te maken, blz. 23)

Antiek

Mijn leven is zoals de volgende mop:
er komt een man in een antiekzaak en vraagt aan de eigenaar: 'What's new?'
(Rogi Wieg, Liefde is een zwaar beroep, blz. 27)

Antwoord

Mijn verweer was zwak, maar ik had mijn antwoord klaar,
net zoals die boekhouder die tegen zijn baas zeide
geld misschien wel maar een antwoord zal ik U nooit schuldig blijven.
(Gerard Reve, Het boek van violet en dood, blz. 80)

Applaus

'Dan zal ik het hele plan uit mijn gedachten zetten.
Want ik alléén…'
'Juist sir', viel Hassan in.
'Je kunt niet klappen met één hand, zoals mijn moeder pleegt te zeggen.'
(Bertus Aafjes, Morgen bloeien de abrikozen,
Men kan niet klappen met één hand, blz. 67)

 

Ik veronderstel dat Van Dale in zijn volgende editie zijn definitie van applaus zal moeten herzien.
Normaal was er met applaus toch iets van verdienste gemoeid, althans lang geleden.
Dat is nu afgeschaft door de televisie.
Applaus: frequent televisiegeluid, meestal vooraf opgenomen.
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 159)

April

Heer, laat mij niet zijn als de maand April
met bui op bui, nu zonneschijn, dan regen:
lijn voor mij uit standvastige wegen,
en dat ik gansch het leven leven wil.
(Reimond Herreman, Gebed om ingekeerdheid,
Meulenhoffs Dagkalender Nederlandse poëzie 1993, 18 april)

 

Een hele goeie

Ik droomde wel zo'n treurige paskwil:
je zei: 'Ik hou zo van je. Eén april!!'
(Lévi Weemoedt, Van harte beterschap, blz. 47)


Midden april heeft een mens recht op een mild zonnetje,
zodat hij in het gras kan gaan zitten en de wereld aan zich laten voorbijtrekken.
(Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, blz. 97, 12-04-1987)

 

April is de wreedste maand van het jaar.
Hij geeft met de rechterhand wat hij met de linker terugneemt.
Of is het omgekeerd?
(Paul de Wispelaere, Het verkoolde alfabet, blz. 153)

Aquarium

De bisschop die 't naaktzwemmen zat was
voorzag 't aquarium van matglas…

(John O'Mill, Popsy Poems, blz. 32)

Arbeid

Op deze boulevards begrijpt men eerst goed,
dat arbeid iets met de Paradijsvloek te maken heeft.
(Simon Carmiggelt, Allemaal onzin, blz. 33)

Archeologie

Een vrouw kan maar het best met een archeoloog getrouwd zijn.
Hoe ouder ze wordt, hoe meer hij zich voor haar gaat interesseren.
(Agatha Christie, geciteerd door Frands de Clercq in 'Vlinders vangen', blz. 94)

Architecten

Hoe anoniemer de architectuur wordt,
hoe vaker ook de naam van de kunstenaar verborgen blijft.
Een hedendaags architect verhoudt zich doorgaans tot een bouwmeester
als een schrijver van kasteelromannetjes tot Simon Vestdijk.
(Benno Barnard, Mijn papieren huis, in Op reis met.., blz. 14)

Armoede

De armoede is er werkelijk niet te beschrijven!
Wist u dat er daar gezinnen zijn die, als ze honger hebben, hun afwasmachine schoonlikken?
(Koot & Bie, Bescheurkalender)

 

Meneer de rechter, tegen de rijken zegt God elk jaar:
"Hier heb je een zak,"
en die zak is meestal gevuld met goud en zilver.
En tegen de armen zegt hij:
"Hier heb je een kleine duivel."
En die heeft meestal een mond die nooit genoeg heeft.
(Reis om de wereld in 80 verhalen, blz. 91, Alfa Al-Idlibi, Een hopeloze zaak)

 

Armoede brengt volkeren tot revoluties
en revoluties brengen het volk weer tot armoede.
(Victor Hugo, Zelf gezien, blz. 129, 19 februari 1848)

 

Hoe is het mogelijk dat armoede vindingrijk is, en rijkdom alleen tot kitsch in staat?
Hoe komt het dat alle arme vissershutjes aan de Noordzee mooi waren,
en alle daarvoor in de plaats gekomen dure apart-hotels lelijk?
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 10)


Algeheele armoede is een veilige rijkdom.
(Jacob Israël de Haan, Besliste volzinnen, blz. 14)

Arrogantie

Mensen gaan door een moeras van verblinding en eigendunk en maken zichzelf maar wat wijs.
De meeste mensen ontdekken hun ware aard pas als ze begraven zijn.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 12)

Artiesten

Alle artiesten van wereldformaat hebben, hun leven lang, min of meer hetzelfde gedaan,
alleen ongemerkt (meestal) voor de toeschouwers
en steeds meer 'uitgediept' en daar gaat het om!
(Wim Kan, Brieven van Wim Kan, Brief aan Paul van Vliet, 25 september 1973)

Artsen

Je zult je misschien afvragen: waarom maakt hij zich zo druk over geneesmiddelen?
Omdat gezondheid de grootste schat is.
Daarom benijd ik artsen wel eens,
omdat ze nooit ziek zijn,
en als ze ziek zijn kunnen ze zichzelf beter maken zonder dat het iets kost.
(Gerard Reve, Zondagmorgen zonder zorgen, blz. 97, Koop een papegaai)

Asielzoekers

In de Volkskrant van 14 september stond een bericht over het uitzetten van zeearenden.
Blijkbaar betekent 'uitzetten' bij zeearenden dat ze er in mogen
en bij asielzoekers dat ze er uit moeten.
(G. Wiegerink, ingezonden brief in De Volkskrant, 21-09-1996)

Astma

Dat astma schrijf ik hoofdzakelijk toe aan morele oorzaken.
Ik heb opgemerkt dat het in verband staat met ergernis
en daaraan heb ik geen gebrek.
(Willem Frederik Hermans, De raadselachtige Multatuli,
blz. 182, brief aan Haspels, 18 juni 1883 )

Atheïsme

Zoals de atheïst tegen God zei:
'Je bestaat niet en ik haat je!'
(Hannah Green, Ik heb je nooit een rozentuin beloofd, blz. 36)

 

Alle atheïsme berust in laatste instantie op onwil
om de voor de hand liggende conclusie te trekken
uit een onbevooroordeelde observatie der werkelijkheid.
(Louis Hoyack, Gedachten en aphorismen, blz. 74)

 

Aubade

'O, een aubade,' zei Simon bedrukt.
Hij herinnerde zich zeer goed wat een aubade was:
vroeger had hij zelf tussen de andere kinderen met een vlaggetje op en neer gelopen voor het stadhuis,
en op het eind kreeg men òf limonade òf koek, maar meestal niets.
(Godfried Bomans, Werken I, blz. 496, wonderlijke nachten)

 

Augustus

Vreselijke maand. Die saaie blauwe luchten, die moedeloos makende hitte, die overkill aan groen.
Niets te beleven op de Hollandse Kade en dat eenendertig dagen lang.
Wat is het eigenlijk het nut van deze kwelling, waarom schaffen we Augustus niet af?
(Koos van Zomeren, Een vederlichte wanhoop, blz. 50)

 

Augustus is veruit de beste maand om in Nederland te leven.
Beter dan augustus wordt het niet.
De bouwnijverheid is vrijwel tot staan gekomen,
het fanatieke aantal verplaatsingen meer dan gehalveerd;
een uitgelezen moment om de grenzen te sluiten,
met de achterblijvers gaan we verder,
hier heerst voortaan de weldadige rust van het Hongaarse platteland.
(Tommy Wieringa, Totdat het voorbij is, blz. 7)

Australië

Het water kolkt met onbeschofte slurpgeluiden uit het bad weg
alsof iemand het in de leiding gulzig opzuigt.
Dan zie ik dat het niet waar is wat me altijd over Australië is verteld:
ook hier kolkt het water met de wijzers van de klok mee.
(Kristien Hemmerechts, Achttien korte stukjes over Australië, in: Amsterdam retour, blz. 29)

Auto's

Er zijn ook auto's.
Duivelse, mensenmoordende bezetenheid van een wild geworden mensdom.
Eens was het veilig op straat.
Vanmorgen toonde onze koetsier ons een van deze machines,
die onlangs een oude vrouw overreden en gedood heeft en nu voor nieuwe slachtingen toegerust klaarstaat.
Straf natuurlijk bijna nihil.
De 'verkeerszondaar', een echte 'amokmaker',
moest een paar ellendige daalders op tafel leggen en de zaak was afgedaan.
(Léon Bloy, 19 augustus 1901, Meulenhoffs dagkalender 1988, 19-8)

 

Rijdt u of maakt u autokilometers?
(VN, Terzijde, blz. 17, 15-02-97)

 

Zolang we ons onze auto's kunnen veroorloven.
Zolang het milieu zich onze auto's kan veroorloven.
(Koos van Zomeren, De bewoonde wereld, blz. 225, uit: De lof der platheid)

 

Een auto heeft net als een echt nest net voldoende ruimte voor het mannetje en het vrouwtje om te paren
en de jonkies passen met z'n allen op de achterbank
tot ze groot genoeg zijn om zelf wat in een eigen auto te gaan liggen rommelen.
(Midas Dekkers, De koe en de kanarie, blz. 96)

 

Mijn ervaring is dat vrouwen geweldig kunnen autorijden,
maar ik heb liever niet dat ze het in mijn auto doen.
Mijn auto, het bezittelijk voornaamwoord zegt het al,
is namelijk van mij.
(Martin Bril, Wat een man nodig heeft, blz. 77)

Autobiografie

Een autobiografie is niet zozeer een beeld van iemands leven,
als wel een beeld van het beeld, dat hij van zijn leven heeft tijdens het schrijven.
Door nieuwe gebeurtenissen kan dat beeld korte tijd later alweer anders zijn.
(Harry Mulisch, Mijn getijdenboek, blz. 7)

 

Het schrijven van een autobiografie is de laatste,
wanhopige en toch altijd weer vergeefse poging om zichzelf te leren kennen.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 76)

 

Misschien zal ik nog eens enkele levensherinneringen schrijven, maar een echte autobiographie nooit.
Men moet dan òf het belangrijkste weglaten òf indecent (en hoe!) zijn over zichzelf.
En dit wensch ik niet eens tegenover het nageslacht te zijn, ook al ben ik er dan niet meer.
(J.C. Bloem, Aphorismen, XVII)

Autoriteit(en)

Wanneer ik een autoriteit zie,
dan zie ik hem meteen in een tijgervelletje, met een knots, luidkeels 'Oehoe' roepend.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 13)

 

Kijk, een van de redenen waarom de dienaren van het gezag altijd mijn lachlust opwekken is óók
dat ze zich nooit bewust lijken van hun eigen sterfelijkheid.
Terwijl iedereen vanzelf weet dat het Echte Gezag doorgaat als zij hun houten jas aantrekken.
Ik ben me er voortdurend en grondig van bewust dat de dood als eerste violist meespeelt.
Dus heb ik de neiging alles erg onbelangrijk te vinden.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 13)

 

Op deze plaats kan nu alleen maar Nescio geciteerd worden.
Ik heb het weliswaar al eens vaker gedaan,
maar Nescio kan niet stuk en daarom doe ik het nog eens.
Het is een noot bij het verhaal Kortenhoef dat omstreeks 1911 geschreven is.
De noot is van 1942.
Dit aardige wipbruggetje bestaat ook al niet meer.
De weg is over het water heen geplempt.
God zegene de verantwoordelijke autoriteiten.
Als 't kan een beetje hardhandig.
(A.L. Snijders, INRI, Gelders Dagblad, 11-10-1997)

 

'Goeroe, heb je al nagedacht, wat voor beroep of je hebt?'
Dat was geen eenvoudige kwestie.
'Dat moet hè, een beroep?'
'Moet je luisteren,' begon ik. 'Je moet een beroep hebben.
Als je geen beroep hebt, vestig je de aandacht van de autoriteiten op je.
Je zou juist denken van niet,
maar het ligt altijd heel anders dan je op het eerste gezicht denkt.
Je kan natuurlijk zeggen, als ze je vragen wat doet u:
"Ademhalen, dat ik niet stik."
Maar met autoriteiten trek je altijd aan het kortste eind.
Je bereikt niks, jongen,
behalve dat het raampje van het loket met een klap naar beneden gaat,
en je mag nog blij zijn dat je poot er niet onder zit.
Ze zijn over ons gesteld. Je bereikt alleen wat met list.'
(G.K. van het Reve, Nader tot u, blz. 114, Brief uit het huis genaamd 'Het Gras')

Avignon

Een kinderlied had me erheen bewogen;
ik stond onder een al te schelle zon
en zag hoe ik als kind was voorgelogen -
geen mens danst op de brug van Avignon.
(B.L. Notenboom, Avignon (ged.), in: Meulenhoffs dagkalender Nederlandse poëzie 1993, 19 juli)

Avond

Het mooiste moment van de dag is wanneer de zon onder is,
maar nog net indirect een beetje tegen het wolkendek schijnt.
De valavond noemen ze dat in het Vlaams.
Dat is tussen dood en leven, tussen licht en donker.
(Stef Bos, Gelders Dagblad, 04-10-97, Hoe Stef Bos het gevoel ontdekte)

 

Stel dat de avond niet zou vallen
en dat het moeizame gedoe
dat wij bedrijven met ons allen
zou doorgaan tot oneindig toe

(Jean Pierre Rawie, Troost (fragm.), Bzzlletin dec93/jan94, blz. 29)

 

De kinderen slapen, het hele huis
is vol van hun rustgeluk, overal
beeft het onhoorbaar geruis
van hun bloedklop en ademval.

(Gabriël Smit, Omschrijving van de liefste (fragm.),
in: Hand in hand in hand, samenst. Ernst van Altena, blz. 117)

 

Deze avond, dit weiland. Heldere toegang tot zwart
heelal. Nu met de rug naar de toekomst beseffen dat
al wat ik zie niet meer is doch slechts is voor zover
ik het zien zal. Het onweert dof in het volgende dal.

(Anna Enquist, Herinneringsplicht (fragm.), Een nieuw afscheid, blz.38)

 

Als de geluiden sterven 's avonds laat,
Alleen de lichten der lantarens leven
- Eenzame toortsen in de vale straat -
Voel ik mij vaak in raadselen verweven:

(L. Ali Cohen, De vreemde (framg.), Reflexen, blz. 70)

 

Hoe komen de bomen zo zwart?
De wolken zo klein en verdwijnend,
Licht is de lucht en doorschijnend,
Hoe zien dan de bomen zo zwart?

(Jacqueline E. van der Waals, Avondimpressie (fragm.), Iris, blz. 19)

 

U kunt op vier manieren zoeken naar citaten:


Citaten zoeken op trefwoord

Overzicht van trefwoorden

Citaten zoeken op auteur

Overzicht van auteurs