Klik hier om te printen

Nescio

Profiel

Naam: Nescio
Geboren: 22-06-1882
Te: Amsterdam
Overleden: 25-07-1961
Te: Hilversum
Pseudoniem(en): Nescio was het pseudoniem van Jan Hendrik Frederik Grönloh. Nescio is Latijn voor 'ik weet (het) niet'. 'De uitvreter' werd in 'De Gids' gepubliceerd onder het pseudoniem 'Koekebakker'. Verder schreef hij 'Dagboek van een lid van een schoolbestuur' (nooit uitgegeven) onder het pseudoniem 'Innocens'. Hij gebruikte het pseudoniem Philosophos voor een ingezonden brief aan het Algemeen Handelsblad (november 1905, niet geplaatst).

Bij het uitkomen van zijn eerste boeken schreven recensenten over Nescio als: De schrijver die zelfs zijn eigen naam niet weet.

Over het gebruik van zijn pseudoniem zei hij ooit tegen Carmiggelt: '...want ik heb mijn leven lang op een kantoor gezeten en als ze in zulke kringen merken, dat je zulke neigingen hebt, denken ze alleen maar, dat je niet deugt voor je werk.' (Wim Hazeu, Het literair pseudoniemenboek, blz. 11)

Voor tweedehands boeken Ook van Nescio
Raban Internet Antiquariaat Klik hier !

Werk

Poëzie

Proza

Dichtertje ...

Brieven

Dagboeken

Vertalingen/bewerkingen

Vertaald:

Bloemlezingen

Tonen

Tijdschriften

Over Nescio

Nesciowandeling

Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)

Titaantjes (hoorspel)

Literaire prijzen

Werk van Nescio geciteerd in overlijdensberichten:

rouwadvertentie met tekst Nescio

Volkskrant, 02-01-1993

rouwadvertentie met tekst Nescio

Volkskrant, 08-02-1994

rouwadvertentie met tekst Nescio

NRC Handelsblad, 06-01-1995

rouwadvertentie met tekst Nescio

Volkskrant, 06-11-1996

Opmerkingen

Anderen over Nescio

Mijn favoriete citaat

Op deze plaats kan nu alleen maar Nescio geciteerd worden.
Ik heb het weliswaar al eens vaker gedaan,
maar Nescio kan niet stuk en daarom doe ik het nog eens.
Het is een noot bij het verhaal Kortenhoef dat omstreeks 1911 geschreven is.
De noot is van 1942.
Dit aardige wipbruggetje bestaat ook al niet meer.
De weg is over het water heen geplempt.
God zegene de verantwoordelijke autoriteiten.
Als 't kan een beetje hardhandig.
(A.L. Snijders, INRI, Gelders Dagblad, 11-10-1997)

Beginzinnen:

De eerste zinnen van de verhalen van Nescio zijn wellicht de bekendste beginzinnen uit de Nederlandse literatuur:

 De uitvreter: Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.
 Titaantjes: Jongens waren we - maar aardige jongens.
 Dichtertje: Tweemaal schudde de God van Nederland zijn eerbiedwaardige hoofd en tweemaal schoven z'n eerbiedwaardige grauwe bakkebaarden heen en weer over z'n vest.
 Mene Tekel: Weer was de langste dag voorbij.

handschrift Nescio
(Uit de Volkskrant, 01-08-1986)

Uit mijn weblog, 18 oktober 2005:

Op de terugweg naar Kamperland hebben we Veere nog even bezocht. Daar is in de herfstvakantie niet veel te doen. Uitgestorven is te veel gezegd, maar die kant gaat het wel op. Ik heb nog een foto gemaakt van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk. Deze kerk speelt een rol in één van de verhalen van Nescio. hij schrijft in 'De Uitvreter':

Twee dagen sjouwden Bavink en Japi in Veere rond en toen jijden en jouwden ze elkaar al. Urenlang zaten ze samen op 't dak van 't Hospitaal en keken over Walcheren, over de Kreek en 't Veergat en den ingang van de Oosterschelde en de duinen van Schouwen. En daar had je dikke Jan ook weer, den toren van Zierikzee, nu in 't Noorden. En daar had je Goes en Lange Jan, den toren van Middelburg, de spil van Walcheren, het hart dier wereld. En 't tij kwam in en 't tij ging uit; 't water rees en viel.
Dat hospitaal is geen ziekenhuis, maar de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk. Tijdens de Franse bezetting werd het gebruikt als hospitaal voor de soldaten. Zo hoog moet je ook wel zitten om al die plaatsen in de wijde omtrek te kunnen zien.

 

 veere  Veere

Uit mijn weblog, 5 augustus 2008:

Van Wil kreeg ik een bladzijde uit de 'Gelderlander' (een andere streekeditie dan die wij hier krijgen) over het boekje 'Hildebrand Route. Een wandeling langs literatuur en natuur over de Nijmeegse en Beekse heuvelrug' van Thed Maas en Geert Willems. Ik had er op internet al naar gezocht, maar dit was een mooie gelegenheid om via Beek-Ubbergen te rijden en het boekje ter plekke te kopen. Een prachtige omgeving trouwens. In Ubbergen reed ik langs een beeld van een lezende figuur. Daar wilde ik een foto van hebben. Het bleek een Nescio-beeld te zijn, gemaakt door Ronald Tolman. Op de onderplaat staat de tekst: 'een groot dichter zijn en dan vallen', een regel die ook enkele keren voorkomt in Nescio's 'Dichtertje'.

 Beeld Nescio  Beeld Nescio  Beeld Nescio

Uit mijn weblog, 1 maart 2009:

Er blijkt (gelukkig) veel meer literatuur in het dagelijks leven verankerd dan je in eerste instantie denkt. Gedichten en citaten op muren, standbeelden, gevelstenen enzovoort. En ook hier geldt: hoe meer je er kent, hoe meer je erachter komt dat je ze nog lang niet allemaal kent. Vandaag krijg ik een mailtje over een citaat van Nescio: 'Beste Mats, in de Amsterdamse Bijenkorf hangt op de boekenafdeling een citaat van Nescio: Iedere dag is 24 uur, en ieder uur gaat er meer door de hoofden van al die tobbende menschen dan je in duizenden boeken zou kunnen opschrijven. Heb jij enig idee waar dit vandaan komt?' Helaas ik ken het citaat niet, maar het klinkt inderdaad heel erg naar Nescio en zo groot is dat oeuvre nou ook weer niet. Ik heb het al snel gevonden. Het staat in de vier-na-laatste alinea van 'De uitvreter'. Het gaat slecht met Japi. Hij beschrijft de brug over de Waal bij Nijmegen en alle tobbers die die brug gezien hebben. Enkele maanden en één bladzijde verder stapte Japi van die brug af, en dit fragment voorspelt dat eigenlijk al in zijn treurigheid:

'In Nijmegen liep een ouwe dokter rond, die drie-en-vijftig jaar lang 's morgens op 't zelfde uur dezelfde wandeling had gemaakt. Over 't Valkhof en aan de Noordzijde naar beneden en de Waalkade af tot aan de brug. Dat is meer dan 19300 maal. En altijd stroomde het water naar het Westen. En dat beteekende nog niets. Het heeft zeker honderd maal drie-en-vijftig jaar naar dien kant gestroomd. En langer. Nu ligt de brug er over. Nog maar kort, nog maar wat jaren. En toch heel lang. Iedere dag is 365 dagen, tien jaar is 3650 zonnen. Iedere dag is 24 uur, en iedere dag gaat er meer door de hoofden van al die tobbende menschen dan je in duizenden boeken zou kunnen opschrijven. Duizenden tobbers die de brug gezien hebben, zijn nu dood. En toch ligt i er nog maar kort. Veel, veel langer stroomde het water daar. En er was een tijd toen dat water er niet stroomde. Die tijd is nog veel langer geweest. Dood zijn de tobbers gegaan bij honderden en honderden millioenen. Wie kent ze nog? En hoeveel zullen er sterven na dezen? Ze tobben maar tot God ze wegraapt. En je zou denken: God zou ze een lol doen als i ze plotseling te grazen nam. Maar God weet beter dan jij of ik. Tobben willen ze, blijven voorttobben. En onderwijl gaat de zon op en onder, de rivier daar stroomt naar 't Westen en blijft stroomen tot daar ook een eind aan komt.'

Al heel snel krijg ik een mailtje terug: 'Hoe vond je dat zo snel? Heb je het werk van Nescio op je pc staan? Ik heb De Uitvreter natuurlijk op de plank (Dichtertje, De Uitvreter en Titaantjes, een redelijk fraaie 2e druk uit 1933) en nu ik 'm er op nasla zie ik dat hij duizende schreef, niet duizenden - zie scan. Waar heb jij je tekst vandaan dat je die n erachter schrijft, zoals ze ook bij de Bijenkorf deden? En dus eigenlijk foutief geciteerd. Interessant. Ik heb toen ik in De Bijenkorf was met m'n mobiele telefoon een foto gemaakt, had m'n apparatuur niet bij me. Onderstaand een bewerking.'

Ik bladerde in een Grote Lijster-versie. Daar staat inderdaad 'duizenden'. Dat is een beetje vreemd, want waarom dit wel veranderd en bijvoorbeeld 'beteekende' niet? De foto en de scan van Hans de Clercq (die trouwens zelf ook een fraai weblog blijkt bij te houden):

bladzijde Uitvreter
citaat in de Bijenkorf

Uit mijn weblog, 29 januari 2011:

Vandaag lees ik in Nescio's natuurdagboek (Verzameld werk 2). Van 7 tot 9 september 1946 maakte Nescio een tocht naar Zeeland en zat zelf ook op het dak van 't Hospitaal:

7 September Zaterdag. 10 uur 5 van C.S., overstappen Rotterdam, 12 uur 3 naar Dordrecht. In Rotterdam kopje koffie met gebakje. In Dordrecht overstappen. Moerdijk! Ruim ½ 4 in Middelburg. Busje naar Veere. Half 5 in Veere. Goed weer. Om ½ 6 op het Hospitaal. Wijd zicht: Schouwensche duinen en Zierikzee, Zandkreek en NoordBeveland, Goes, Sraskerke, geheel Walcheren, Westerschelde en Zeeuwsch Vlaamsche kust.

Uit mijn weblog, 5 augustus 2008:

In 'De Gelderlander' stond vandaag op de voorpagina van het regiokatern:

Nescio en Willeke

Willeke Ravenhorst is een oud-leerling van het Rembrandt College én ze was ook een paar jaar docent Engels bij ons op school. Twee jaar geleden besloot ze alsnog de kunstacademie te gaan doen. Het leuke van het bovenstaande krantenbericht is dat zij tijdens een België-werkweek op een terrasje in een pretpark Nescio zat te lezen. We spraken toen een tijdje over Nescio en ik vertelde haar o.a. dat ik kort daarvoor foto's vanaf dat viaduct (in de richting Veenendaal) had gemaakt, ongeveer op de plek waar Nescio destijds gestaan moet hebben. Terug op school liet ik haar die foto's ook zien. Dit stond er in mijn weblog op 19 mei 2007:

Tenslotte zijn we nog even gestopt, vlak voor het viaduct in Rhenen. Ik had daar vorige maand al een fragment van Nescio over gegeven, plus een oude foto van de spoorbaan die er vroeger onderdoor liep. De trein kwam uit Utrecht, stopte o.a. in Veenendaal en ging na Rhenen de Rijn over. Auto's gingen voor de oorlog niet over die brug, alleen de treinen. Auto's moesten met pontjes de Rijn over. Pas later (na de oorlog?) is het een autoweg geworden, is de brug alleen nog voor auto's bedoeld en is de trein opzij gedrongen.

 vv

 In Rhenen stond ik in de schemering op de brug over den spoorweg en keek naar 't Noorden. In de diepte lag de spoorlijn tot den gezichtseinder, aan beide zijden er van rees de berg steil op, begroeid met lichtgroen gras en donkergroene brem vol gele bloemen. Ik keek er naar hoe de bergwanden geleidelijk lager werden, tot ze, heel ver, overgingen in de vlakte. (Nescio, Titaantjes)

En de situatie nu:

 vv  vv

Op grond van het bovenstaande beschouw ik mezelf - als het beeld er komt - een (heel klein) beetje als de geestelijk vader ervan.

Bronnen o.a.

eXTReMe Tracker